Geschiedenis van de abdij van Villers

In 1146 verlaten een abt, twaalf monniken en vijf lekenbroeders, op verzoek van de heer van Marbais en zijn moeder Judith en onder de impuls van Sint Bernardus, Clairvaux om in Villers een abdij te stichten (Villers I). Na enkele maanden besluiten de religieuzen hun klooster definitief lager in de vallei te vestigen (Villers II). Deze plaats bood verscheidene voordelen: een voldoende afgelegen vallei, water in overvloed, bouwmateriaal bij de hand.

Hoogtepunt 

Die eerste gebouwen staan er nu niet meer: in de loop van de 13de eeuw - haar spirituele en wereldlijke bloei - werd de Abdij immers volledig herbouwd (Villers III). Sommige abten bekleedden hoge kerkelijke functies en de bewaard gebleven teksten maken gewag van heel wat zalig verklaarde monniken en lekenbroeders in deze gemeenschap. De Abdij telde in die tijd - aldus de kroniek ! - een honderdtal monniken en drie maal zoveel lekenbroeders. Het domein besloeg een tienduizendtal hectare, verspreid tussen Antwerpen en Namen en bebouwd door verschillende abdijhoeven. Bovendien stond Villers onder de bescherming van de invloedrijke hertogen van Brabant.

Verval

De eerste interne crisissen (daling van het aantal lekenbroeders…) duiken op vanaf het einde van de Middeleeuwen. Van de 16de tot het einde van de 17de eeuw kent de Abdij een opeenvolging van rustige en woelige periodes, tijdens de welke de monniken het oord tot negen maal om veiligheidsredenen verlaten.

De renaissance en de val

In de 18de eeuw breekt echter de tweede gouden eeuw voor Villers aan. Bepaalde middeleeuwse gebouwen worden heringericht in de klassieke stijl. In 1796 schaft de Franse revolutionaire administratie de Abdij af en verkoopt ze als nationaal goed aan een handelaar in bouwmateriaal. De statige ruïnes van het klooster zullen de hele 19de eeuw een aantrekkingspool blijven voor romantici. De eerste restauratiecampagne wordt in 1893 aangevat. Het duurt tot 1984 vooraleer er nog eens ernstige restauratiewerken volgen. Die zijn nog altijd aan de gang.

Naar Villers-la-Ville. Ruines de l'abbaye de Villers, in Le patrimoine majeur de Wallonie, Luik, 1993, p. 57-62.

Om er meer over te weten zijn verscheidene gidsen en publicaties over Villers e.d. verkrijgbaar aan de ingang van de ruïnes of op het documentatiecentrum.